Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [28]Zo ik niet had geloofd, dat ik het [29]goede des HEEREN zou [30]zien in het [31]land der levenden, [ik ware vergaan.] 28. Dat is, een onvolmaakte en afgebroken rede van den profeet, voortkomende uit overdenking van al de schrikkelijke gevaren en zwarigheden, die hem waren overkomen, zijnde zodanig dat hij menigmaal had moeten bezwijken, indien hem zijn geloof op Gods belofte niet had ondersteund, ja zo gesterkt dat hij nog anderen kon leren de goede uitkomst met onverdrietelijk geduld en vertrouwen te verwachten, gelijk hij in het volgende, hier en hfdst.31 vs.24 doet. 29. Dat is, verlossing, mitsgaders het beloofde koninkrijk, met Gods zegen. 30. Dat is, met vreugde genieten; gelijk boven hfdst.4 vs.7. 31. Dat is, hier op aarde dat nog beleven en genieten. Alzo wordt door het land der levenden elders ook verstaan dit tegenwoordig wezen en leven op aarde. Zie Job 28:13; hfdst.52 vs.7, en hfdst.116 vs.9; Jer.11:19.